Benedict Vandaele
Sharing enthusiasm
Jheronimus Bosch, 500 jaar mysterie in een notendop
Nog steeds blijft de kunstwereld in de greep van de enigmatische Jheronimus Bosch (1450-1516). Recente activiteiten en analyses staan in teken van het leven en werk van de schilder. Dit artikel schets een beeld van de artiest behorend tot de Noordelijke Renaissance en gaat in op de decennia lange discussie over de authenticiteit van De Kruisdraging. Het schilderij bevindt zich in het MSK van Gent en wordt onder vuur genomen door het Bosch Research and Conservation Project (BRCP).
Tijdens zijn leven rijzen er al vraagtekens rond de interpretatie van het oeuvre. Slechts 31 documenten maken het mogelijk om een notie te vormen. Zijn leven situeert zich in ’s-Hertogenbosch en hij groeit op in een schildersfamilie. Bosch geniet een humanistische opvoeding en komt in aanraking met verluchte handschriften. Deze teksten tonen fantasieën en zijn inspiratiebronnen voor de unieke en raadselachtige beeldtaal vol imaginaire wezens en planten. Hij wijkt af van zijn tijdengenoten zoals Quinten Massijs en Gerard David. In 1484 trouwt hij met Aleit vanden Meervenne en krijgen samen vijf kinderen. Het gezin woont op de markt van ’s-Hertogenbosch wat wijst op welstand. Op dit moment kruisen verschillende wegen het gebied waardoor het een welvarende marktstad is. Verschillende ambachten en het schildersatelier van Bosch kunnen rekenen op vele opdrachten van handelaars, edellieden en godsdienstige instellingen. In 1504 maakt hij het verloren gegane Laatste Oordeel voor Filips de Schone. Bosch sloot zich aan bij de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Hij krijgt verschillende opdrachten en er zal een dodenwake doorgaan bij zijn dood. Deze feiten wijzen erop dat Bosch een gelovige en gerespecteerde kunstenaar was. Het atelier maakte eveneens Boschiaanse werken voor een secundaire markt.
Vanaf de 16e eeuw ontstaan er twee partijen die trachten het oeuvre van de meester te ontrafelen. Een eerste groep bestempelt het werk als fantastisch waardoor het niet te interpreteren valt. Zo wordt Bosch gezien als een duivelmaker. De andere stroming stelt dat zijn verbeelding in functie staat om de mens te tonen zoals hij werkelijk is. Bosch zou de werken gemaakt hebben om de gevolgen van de zonde te tonen. De kijker wordt zo aangespoord tot een kuis leven. In 1605 zal de Spanjaard José de Sigüenza deze stelling versterken. Bosch kan onmogelijk een ketter zijn aangezien de katholieke Filips II zijn werk verzameld. Met de ontwikkeling van de kunstwetenschappen op het einde van de 19e eeuw ontstaan er nieuwe strekkingen. Zo zou het oeuvre te verklaren zijn door de volkscultuur en eigentijdse teksten te ontleden. Een andere argument stelt dat de symboliek niet te ontcijferen valt omdat de middeleeuwse cultuur verloren is gegaan. Een volgende poogt de geheimzinnige werken te linken aan psychologische verklaringen. Tenslotte zal een groep Bosch terug proberen verbinden aan een ketterse sekte. Een mogelijke hedendaagse visie wordt gegeven door de Gentse professor Martens. Hij onderstreept dat Bosch werkt voor een elitair en geleerd publiek. De Tuin der Lusten kan gezien worden als een voorloper van de 18e eeuwse conversation pieces. Zo’n schilderij schept de mogelijkheid om te discussie aangezien de iconen verschillende betekenissen hebben.
Recent schreef het BRCP De Kruisdraging toe aan een anonieme maar excellente opvolger van Bosch. Ook de Zeven Hoofdzonden aanwezig in het Museo del Prado wordt niet langer gezien als eigenhandig. Het interdisciplinair team startte een systematisch onderzoek in 2007 naar de verschillende werken. Hun expertise wordt ingezet voor de tentoonstelling Jheronimus Bosch – Visioenen van een genie in het Noordbrabants Museum. Op 17 februari 2016 vond een pittig debat plaats in het MSK Gent rond De Kruisdraging. Jos Koldeweij (Universiteit Nijmegen en BRCP) staat lijnrecht tegenover Paul Vandenbroeck (KMSKA en KU Leuven), Griet Steyaert ( restaurator en kunsthistorica) en Maximiliaan Martens ( UGent). Johan De Smet (MSK) kreeg het moderatorschap toegewezen.
Tijdens het debat deelde Koldeweij enkele opmerkelijke feiten mee. Iconografisch verschillen de beulen sterk met andere werken. Zo tonen de details van de oren en handen afwijkingen. Op grafisch vlak zijn er contrasten bij de schildervoering en de ondertekening. De laatste vertoont veelal snelle en vluchtige lijnen. Bij De Kruisdraging zijn de lijnen duidelijk en vol op de drager gezet. Het kritische drietal weerlegt met een reeks tegenargumenten. Een onderdeel van het onderzoek gebeurde via fotografische studies. Hierbij bestaat het gevaar dat er foute conclusies worden genomen aangezien de werken verschillende lacunes bevatten. De groep herkent de afwijkende vorm, maar benadrukt dat de schriftuur hetzelfde is net als de onderlinge verhoudingen. Andere werken zoals de Tuin der Lustenvertonen zelfs meerdere schilderstijlen. Cruciaal is de constante aanwezigheid van loodwit, een marker in het oeuvre van Bosch. De afwijkende ondertekening wordt verklaart door het gebruik van transfertechnieken. Hierbij wordt de ondertekening gekopieerd van een andere eigenhandige tekening. Dit gebeurt ook in de atelierpraktijk van Rafael en Pieter Bruegel de Oude. Het besluit benadrukt dat de kunstgeschiedenis geen exacte wetenschap is maar een spel van opinies. De opvattingen zijn niet hard te maken maar zijn interessant om te redeneren. Logischer wijs ontstaan zo verschillende conclusies.
Benedict Vandaele