top of page

Léon Spilliaert heeft eigen kunsthuis in Oostende

Op 7 mei opende Het Spilliaert Huis zijn deuren met de monografische tentoonstelling Ontmoetingen met Spilliaert. De expositie toont ruim dertig werken en vindt plaats in Rotonde West van het Thermae Palace in Oostende.

De vzw streeft ernaar om het oeuvre van Oostendenaar Léon Spilliaert (1881-1946) te ontsluiten voor het grote publiek. De wetenschappelijk omkadering laat de bezoeker kennis maken met zijn leven en werk. Het initiatief kwam tot stand door de samenwerking van Anne Adriaens-Pannier (ere-conservator KMSKB),  Dorian Van den Brempt (ex-directeur De Buren) en Marc Vanmoerkerke (ondernemer en kunstverzamelaar). Samen met het Ensorhuis slaagt Het Spilliaerthuis erin de twee Oostendse kunstenaars een respectvolle plaats te geven in de stad. De recent geopende Ensor en Spilliaert museumvleugel van Mu.ZEE toont beide schilders hun onderlinge contact en hun relatie met Oostende.

hsh.jpg

Spilliaerts vader baatte de gerenommeerde parfumzaak Brise d’Ostende uit. Tijdens zijn jeugdjaren was deze plaats cruciaal voor zijn eerste experimenten. Ook getuigen de vele schetsen in zijn schoolboeken van een uitzonderlijk talent. De kunstenaar volgde een korte opleiding aan de academie van Brugge maar bleef doorheen zijn leven het teken- en schildersmedium onderzoeken. Zo hanteerde Spilliaert een persoonlijk techniek voor kleurpotlood, kleurkrijt, pastel, aquarel, olieverf en Oost-Indische. Op thematisch vlak had de eigen omgeving, de literatuur en filosofie een belangrijke impact op de kunstenaar.

De vrouw

Als jonge twintiger ging Spilliaert aan de slag bij de Brusselse uitgever Edmond Deman. Deze omgeving maakte het mogelijk om kennis te maken met voorname symbolisten zoals Maurice Maeterlinck en Emile Verhaeren. Hun invloed kwam tevoorschijn in een reeks werken waar de vrouw centraal  staat. Aanvankelijk verscheen ze op de drager om zijn ontgoocheling in de liefde te verwerken. Spilliaert toonde haar als een angstaanjagend wezen of als teder en lief. Bij zijn terugkeer naar Oostende speelden vissersvrouwen en baadsters een belangrijke rol in zijn oeuvre. Hun silhouetten werden veelal weergegeven aan het water met grillige golven.

Baadster, credit to Privé-verzameling

Het interieur

Voor de Eerste Wereldoorlog duikt het interieur geregeld op in zijn werk. In het ouderlijk huis heerste er een geheimzinnige sfeer.  Hier speelde Spilliaert met de effecten van spiegels, lampen, deuren en achterliggende ruimtes. Ook deed het interieur geregeld dienst als achtergrond voor een aantal (expressionistische) portretten. Via een reeks zelfportretten leerde Spilliaert zichzelf beter kennen.

Het glazen dak, credit to Privé-verzameling

Zee- en stadszichten

Doorheen zijn carrière toonde Spilliaert verschillende plaatsen in Oostende. De weergave van deze locaties gebeurde steeds in een donkere atmosfeer. Door ernstige maagproblemen kon de kunstenaar moeilijk slaap vatten, daarom maakte Spilliaert heel wat wandelingen. Enerzijds was de artiest gefascineerd hoe de maan en het duister zijn omgeving vormelijk veranderde. Anderzijds reflecteerden de werken zijn gemoedstoestand tijdens de nacht. Gedurende de oorlogsjaren verhuisde Spilliaert terug naar Brussel. In 1916 stapte hij in het huwelijksbootje met Rachel Vergison. Een jaar later was zijn vrouw bevallen van hun dochter Madeleine. Deze levensvreugde had een sterke invloed op Spilliaerts kleurenpallet. Wanneer hij in 1922 terugkeerde naar Oostende, kregen zijn onderwerpen meer kleur. In deze periode ontstond er ook een wederzijdse appreciatie tussen Ensor en Spilliaert. Beide grootmeesters helpen elkaar geregeld met hun schildersmetier.

De Lichtboei, credit to Privé-verzameling

Bomen 

In 1935 verliet het gezin Spilliaert definitief de kuststad. De pianostudies van Madeleine bracht hen terug naar de hoofdstad. De verschillende parken en bossen rond Brussel spraken de kunstenaar aan. Een sterk natuurgevoel uitte zich in verscheidene werken waar de boom centraal staat. Op vijfenzestigjarige leeftijd stierft de grootmeester door een pijnlijke hartziekte en werd begraven in Oostende.

Beukenstammen, credit to Privé-verzameling

Benedict Vandaele

bottom of page